Access voor Beginners - Hoofdstuk 10 (deel 2)In de vorige aflevering van de cursus zijn we begonnen met het maken van een formulier om met behulp van een timer tijden op te kunnen slaan in een tabel. Daarvoor hebben we een formulier gebruikt met een functie die gebruik maakt van de klok van de computer, om tijden in honderdsten van seconden te kunnen berekenen. In dat hoofdstuk heb ik ook al aangekondigd dat we de gegevens die we genereren met de Timer-functie gaan opslaan in een onafhankelijke recordset. De reden daarvoor was, dat (schijf)bewerkingen tijd kosten, en die gaat ten koste van de nauwkeurigheid van de tijdregistratie. En die willen we zo zuiver mogelijk vastleggen en registreren. Daarom maken we dus in dit hoofdstuk gebruik van virtuele tabellen; tabellen die alleen in het geheugen van de computer bestaan. Een virtuele tabel heeft één nadeel: als je de pc uitzet, is de tabel ook verdwenen. We zullen de gegevens dus op enigerlei moment moeten opslaan om het verlies van de gegevens te voorkomen. Voordat we een virtuele tabel gaan maken, kijken we eerst naar de methodes die we kunnen gebruiken om een recordset te maken. Access ondersteunt er namelijk een paar! En dat betekent, dat we een keuze zullen moeten maken voor de één of de ander. Welke smaken zijn er zoal?